Pindaprak schreef:Er zit trouwens wel veel eiwit in kip. Kip is redelijk vetarm, zeker de borst van de kip, maar vaak het vet van weg is gesneden.
O sorry, ik heb niet zo veel verstand van vlees. Het punt dat ik wil maken gaat ook op met bv noten. Zie hieronder.
Pindaprak schreef:Die zin die erna komt moet je misschien even uitleggen, want die snap ik niet helemaal
Ik zal het anders proberen uit te leggen.
Wanneer onderzoekers tabellen samenstellen van hoeveel van welke voedingswaarde in zit, gebruiken ze hoeveelheden van 100 gr. Dat doen ze niet omdat dat logisch of zinnig is, maar omdat het makkelijk is 100 gr van iets af te wegen. Dus je kijkt in een tabel en ziet bv dat 100 gr van A tien keer zo veel eiwit bevat als 100 gr van B. Zo krijg je de indruk dat A rijk is aan eiwit. Maar er is grote kans dat A ook tien keer zo veel kalorieën bevat als B, zo niet dertig keer zo veel. Dat is wellicht handig als je lijdt aan ondergewicht, maar als je eerder je bezorgd maakt over overgewicht, dan kun je beter B kiezen.
Bijvoorbeeld, ipv 100 gr noten kun je voor dezelfde kalorieën 3½ kilo bloemkool eten. Dan krijg je ongeveer evenveel eiwit binnen, heel veel meer vezels en je hebt beslist nergens anders meer trek in.
De meeste mensen kunnen geen 3½ kilo bloemkool per dag op terwijl 100 gr noten snel weg gewerkt zijn. Bovendien zijn ze lekkerder. Met het eiwit krijg je dan wel een heleboel vet binnen dat je misschien liever niet hebt.
Laat ik het nog een andere manier uitdrukken. Voedsel bestaat uit eiwit, koolhydraat, vet, vitamines, mineralen, vezels en water. Per gewicht hebben eiwitten en koolhydraten ongeveer dezelfde kaloriewaarden. Vetten hebben ongeveer de dubbele kaloriewaarden van eiwitten en koolhydraten. De rest draagt niet bij aan de kaloriewaarde maar vezels en vooral water dragen wel bij aan het gewicht.
Dus als je probeert te bepalen hoeveel eiwit ergens in zit, is het zinnig om niet alleen te kijken per 100 gr, maar ook de verhouding van het eitwit met al het andere te bekijken. Als je je eiwit samen met vet wil innemen, zijn noten een goede keuze. Als je je eiwit samen met water en vezels wil innemen, heb je meer aan bloemkool.
Uiteraard is dit voorbeeld extreem bedoeld louter voor de uitleg, want in werkelijkheid eten we allerlei verschillende soorten voedsel en krijgen we de voedingswaarde in verschillende verhoudingen binnen. Mijn punt is dat wanneer je niet alleen sec in een voedingstabel kijkt maar de verhoudingen van de voedingswaarde onderling in beschouwing neemt, kom je tot de ontdekking dat ál het
hele voedsel (dus waar geen verarmde bestanddelen in zitten zoals witte meel, suiker, olie, stijfsel, enz) ongeveer dezelfde eiwitwaarde heeft. Het idee dat bepaalde soorten voedsel meer eiwitrijk zijn dan anderen is vooral aangewakkerd door de reclamecampagnes van de voedselindustrie die handig gebreuk maken van een simplistische uitleg van voedseltabellen.
Heb ik het nu beter uitgelegd?